top of page

Hart/d voor onderwijs


Voor het interview besloot ik een goede vriendin van mij enkele vragen te stellen. Ik ken Axelle als een zeer kritisch persoon en iemand met een zeer groot hart. Sinds kort werkt zij als ergotherapeut in het lager onderwijs. In haar studie en tijdens studentenjobs kreeg zij ook al te maken met het onderwijs.


In het interview komt haar hart voor het onderwijs sterk naar voren. Uiteraard ben ik subjectief beïnvloed aangezien ik ook haar enthousiasme mee heb gemaakt toen ze ging solliciteren en aangenomen werd. Het was voor mij dus geen geheim dat ze deze job graag wilde uitoefenen. Langs de andere kant merk je op dat ze eveneens hard is voor het onderwijs en zijn werking. Dat merk ik bijvoorbeeld ook op in onze gesprekken. Zeker bij de begeleiding van leerlingen uit het zesde leerjaar die een studiekeuze zullen moeten maken. Bijvoorbeeld een leerling die graag een richting in de b-stroom zou willen volgen, maar verplicht naar de a-stroom moet. Haar frustraties tegenover het huidige secundaire onderwijssysteem volg ik dan ook. Ik stelde haar vragen over de drie mediaknipsels die ik in mijn cultuurportfolio besprak. Je kan deze blogberichten raadplegen via de wegwijzer. Het interview gebeurde digitaal omdat Axelle aan de andere kant van het land woont en ik haar -helaas- niet zo vaak zie.


Algemeen

Wat is uw functie binnen het onderwijs?

Ondersteuner klein type in het lager onderwijs als ergotherapeut in een ondersteuningsteam.


Waarom hebt u voor deze job gekozen?

Mijn laatste stage vond plaats in het onderwijs en hierdoor heb ik echt mijn roeping gevonden omdat leerlingen met een zorgnood helpen echt volledig mijn ding is. Het geeft mij ook enorm veel voldoening. Je zit ook dicht bij de bron (namelijk de leerkracht) waardoor je veel gerichter een leerling kan gaan helpen in tegenstelling tot werken bij bijvoorbeeld een CAR (wat ik ook gedaan heb).


Met wat voor leerlingen werkt u?

Leerlingen type 4, type 7 en type 8.

Kanttekening: leerlingen type 4 zijn leerlingen met een motorische beperking, type 7 hebben een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis en type 8 omvat leerlingen met een ernstige leerstoornis.


Wat is volgens u de grootste uitdaging bij het ondersteunen van leerlingen?

Het tegelijk zinvol maken en ook leuk zodat de leerlingen met zin langskomen. Soms willen leerkrachten ook niet volledig meewerken in het verhaal zoals: in het aanpassen van leerstof of ze in de ondersteuning laten werken onder het niveau van de klas omdat hun basis gewoon ontbreekt. Er zijn ook amper middelen om materiaal aan te kopen, dit moet vooral uit eigen zak komen.


Inclusief onderwijs

Vindt u het belangrijk dat onderwijs inclusief is?

Onderwijs moet zeker inclusief zijn, maar het moet vooral haalbaar blijven voor zowel leerling als leerkracht. Er moet zeker ook bewezen worden dat de leerling wel kan meedraaien in het regulier onderwijs want anders werk je op het frustratieniveau van het kind. Buitengewoon onderwijs kiezen is dan ook geen schande, dan krijgen ze beter de gepaste hulp.


Hoe staat u tegenover het onderscheid van regulier onderwijs en het buitengewoon onderwijs?

Niet negatief, het is gewoon nodig dat het bestaat. Het is volgens mij niet haalbaar om de twee volledig door elkaar te gaan mengen. Je kan bijvoorbeeld wel eenzelfde schoolgebouw hebben waar beide aanwezig kunnen zijn, maar niet op klasniveau gaan mengen. Ik denk dat eenzelfde schoolgebouw echt wel extra kansen kan bieden voor beide.


Heeft u het gevoel dat u bijdraagt tot het creëren van inclusief onderwijs?

Ja, heel wat van mijn leerlingen zouden gewoon naar buitengewoon onderwijs gaan terwijl het met een paar aanpassingen en wat extra ondersteuning, regulier onderwijs gewoon perfect werkt. In de meeste gevallen is dit ook, ondersteuning, om leerkrachten wat te ontlasten.


Wat voor moeilijkheden ervaart u tijdens het uitvoeren van uw werk? Bijvoorbeeld beperkte middelen aangereikt krijgen, leerkrachten die niet meedenken/meehelpen, ouders die te betrokken willen zijn en verdere.

Beperkte middelen krijgen: alles uit eigen zak moeten betalen. Er is een beperkt budget aanwezig voor zestig personeelsleden.

Faciliteiten: niet elke school heeft een ruimte voor ondersteuningspersoneel. Ik moet vaak schipperen tussen lokalen: zorglokaal, leraarskamer, refter, op de gang. Om te kunnen ondersteunen. Er is dus ook niet echt een rustige plek om administratie te kunnen uitvoeren.

Leerkrachten die per se willen dat er gewerkt wordt op wat in de klas gezien wordt terwijl dat een te hoog gegrepen niveau is voor de leerling: moeilijk om dat te kunnen bespreken momenteel.


Merkt u, bij de leerlingen die u begeleidt, een onzekerheid op omwille van de extra ondersteuning die zij krijgen?

De meesten zijn blij dat ze meekunnen uit de klas om in een rustigere omgeving te kunnen werken één op één. Er zijn er wel die het minder leuk vinden, die daardoor denken dat ze gepest zullen worden of als anders beschouwd worden.


Handboeken

Heeft u het gevoel dat de handboeken, die uw leerlingen gebruiken, hen belemmeren om op hetzelfde niveau te presteren?

Soms wel, een te veel aan illustraties kan zo ontzettend storend zijn. In een tweede leerjaar mogen extra schrijflijnen ook wel nog aanwezig zijn. Niet elke schrijfmethode is ook optimaal voor de ontwikkeling van het kind. Sommige zaken kunnen voor afleiding zorgen wat ervoor zorgt dat ze toch wel minder goed gaan presteren.


Heeft u het gevoel dat de handboeken u belemmeren in uw werk?

Nee, niet echt van toepassing.


Maakt u veelal gebruikt van handboeken of maakt u zelf materiaal?

Nee, ik gebruik niet vaak handboeken. Ik moet leerstof vaak anders uitleggen en daarvoor zoek ik ander materiaal op of maak ik het zelf.


Laptops

Hoe staat u tegenover de digitalisering van het onderwijs?

Het is op zich niet slecht, maar leerlingen moeten wel blijven schrijven want ook in het volwassen leven moet een mens nog eens iets opschrijven. Minder goed kunnen schrijven heeft vaak te maken met fijne motoriek en om te typen heb je ook fijne motoriek nodig. Beide kunnen elkaar versterken, maar ook verzwakken. Er mag gedigitaliseerd worden, maar er moeten ook wel grenzen aan zijn.


Bemoeilijkt of vergemakkelijkt dit uw job?

Op dit moment merk ik daar niets van in de lagere school. Er zijn wel iPads ter beschikking om oefeningen te maken op Kabas. Op zich vergemakkelijkt het mijn job wel door eens iets op de computer/iPad te doen omdat dit soms een leerling meer kan motiveren om een bepaalde oefening te maken.


Denkt u dat de digitalisering onderwijs inclusiever kan maken?

Jazeker, door bijvoorbeeld alinea of script kunnen leerlingen met dyslexie of schrijfmotorische problemen ook gewoon meedraaien in een klas zonder dat dat te maken heeft met hun leervermogen. Voor hen is de digitalisering net een noodzaak.


Welke voordelen heeft de digitalisering voor de leerlingen waarmee u werkt?

Zoals net gezegd bieden alinea of script veel voordelen binnen mijn job.


Welke nadelen heeft de digitalisering voor de leerlingen waarmee u werkt?

Ze schrijven dan minder waardoor hun handschrift vaak nog meer onherkenbaar wordt.

 

Axelle is een fervent lezer en heeft eveneens al jaren een bookstagram (een Instagram account dat gaat over boeken) account. Er passeren regelmatig goede boekentips, ook voor leerlingen uit het secundair onderwijs. Zeker een tip om haar te volgen!



Comments


bottom of page