top of page

Inclusief


Wanneer is inclusief, inclusief genoeg? Maar vooral: wanneer besluit je dat een kind in het buitengewoon onderwijs thuishoort en niet in het regulier onderwijs? Ben Weyts spreekt over voordelen en leerlingen die beter kunnen aarden in het buitengewoon onderwijs. Hoe realistisch is zijn blik op de harde werkelijkheid?


Het buitengewoon onderwijs barst uit zijn voegen. Er zijn te weinig plaatsen, het vervoer loopt in het honderd en zoals bij elke vorm van onderwijs: er is niet voldoende geld. Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs groeit en daar lijkt niemand echt van wakker te liggen. Zelfs niet onze minister van onderwijs die het doodleuk verwoord als: ‘Sommige kinderen horen thuis in het buitengewoon onderwijs.’ Hoewel het buitengewoon onderwijs leerlingen op een prachtige manier ondersteund en zelfredzame individuen probeert te creëren, kunnen we het probleem ook aanpakken bij de bron: het regulier onderwijs. Zelfs leerlingen die niet aan het criterium van buitengewoon onderwijs voldoen, ondervinden problemen in het regulier onderwijs.

Inclusief onderwijs vraagt geld, middelen en vooral veel extra werkkrachten die de taak op zich nemen. Bijna niet haalbaar dus, of er moest een wonder gebeuren. Maar de andere optie, buitengewoon onderwijs, vraagt net hetzelfde. Dit stagejaar koos ik ervoor om, in plaats van clusteractiviteiten, een slechtziende leerling te begeleiden tijdens het studeren. Zijn school doet er alles aan om hem inclusief onderwijs aan te bieden: aangepaste computer, een extra groot beeldscherm, een grote loep, een camera die naar het bord gericht staat en noem maar op. Ook leerkrachten zetten zich in: aangepaste handboeken, documenten op zijn maat zonder opmaak voorzien, markeren in zijn handboek en zo verder. Daarnaast heeft hij ook twee vaste ondersteuners en is er op school nog een extra aanspreekpersoon aangeduid. Kortom: een heel vangnet aan personen en middelen. Toch was het noodzakelijk om extra personen te zoeken die hem zouden begeleiden tijdens het studeren. Pas dan valt het op hoe moeilijk inclusief onderwijs is en wat voor inspanningen het daadwerkelijk vraagt.


Zelf kwam ik tot de conclusie dat ons regulier onderwijs, in huidige vorm, niet gemaakt is om inclusief te zijn. Niet alleen door het gebrek aan middelen en centen, maar ook omwille van de mentaliteit. Leerkrachten willen wel helpen, maar ijveren eveneens op zelfredzaamheid. Daarnaast is hun takenpakket al zo uitgebreid dat het begeleiden van een leerling die extra zorg vraagt, meteen een hele opgave wordt. Het is zeer moeilijk om voor inclusief onderwijs te zorgen zonder de leerling op een andere manier te behandelen. In het geval van de leerling die ik begeleid heb, gaan de medeleerlingen er positief mee om en ondersteunen zij zelfs extra. Toch is het moeizaam in te schatten hoe dit in andere klassen zou verlopen en hoe leerlingen zich op termijn zullen voelen. Inclusief onderwijs in ons huidig onderwijssysteem is simpelweg een utopie. Er moet meer ingezet worden op het herbekijken van ons regulier onderwijs en minder op het buitengewoon onderwijs. Veel leerlingen die vandaag de dag in het buitengewoon onderwijs les volgen, zouden prima kunnen aarden op een reguliere school mits enkele aanpassingen en extra ondersteuning.

 
Lees het artikel omtrent inclusief onderwijs hier. Benieuw naar meer? Op VRT MAX kan je de panoreportage omtrent buitengewoon onderwijs herbekijken.

Lefevere, F. (2022, 6 oktober). Minister van Onderwijs Weyts na “Pano” over inclusief onderwijs: “Voor sommige kinderen is buitengewoon onderwijs beste oplossing”. vrtnws.be. https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/10/06/ben-weyts-na-de-pano-over-inclusief-onderwijs-voor-sommige-kin/
Pano reportage: buitengewoon onderwijs. (z.d.). VRT MAX. https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/pano/2022/pano-s2022a13/

Comments


bottom of page