top of page

de veelzijdigheid van taal


Mijn keuze voor een tweede mediaknipsel viel op een podcast. Ik ben zelf iemand die graag naar podcasts luistert. Naar mijn gevoel leer je er soms meer van dan bijvoorbeeld een krantenartikel.


Over gij, relaxen en de vrijdagmiddagborrel: het Nederlands in België en Nederland

De eerste aflevering in de podcast gaat over het verschil tussen het Nederlands uit Nederland en het Nederlands uit België. Men komt tot de conclusie dat er gesproken kan worden van één standaardtaal waar toch enkele verschillen op aan te merken zijn. Er wordt een vergelijking gemaakt met het Zuid-Afrikaans. De reden hiervoor is dat men wil aantonen dat het ‘Vlaams’ niet zo zeer een aparte taal is doordat men in Nederland nog steeds begrijpt wat een Vlaming zegt. Dit vind ik een interessante opheldering. Er wordt ook gefocust op de uitspraak die in Nederland en België al eens verschilt. Studenten die Nederlands 3.1 volgen, weten bijvoorbeeld dat Roel aanhaalden dat woorden zoals: tram, snackbar, relaxen, en zo verder; vaak fout worden uitgesproken. Er wordt uitgelegd dat men in België de woorden eerder uitspreekt zoals deze geschreven staan, ook wel een spellingsuitspraak genoemd. Terwijl een Nederlander dit minder doet. Daarnaast wordt er ook aangehaald dat wij Belgen de klemtoon vaak anders leggen op bepaalde woorden. Zelfs bij persoonsnamen blijken wij grote verschillen te vertonen in uitspraak. Deze aflevering heeft mij zeker geholpen om onze taal beter te begrijpen. Zeker op vlak van uitspraken is een heleboel duidelijk geworden. Bijzonder vond ik dat men in de jaren ’70 in Nederland het concept van één juiste uitspraak, al los heeft gelaten. Terwijl wij in Vlaanderen, opnieuw kijk ik naar de studenten van 3.1, wel focussen op één juiste uitspraak. In de podcast werd bijvoorbeeld aangehaald dat je bij nieuwsankers in België niet mag horen uit welke regio ze komen. Langs de andere kant vind ik het gek dat er toch zoveel verschillen zijn tussen het Nederlands in Nederland en het Nederlands in België; maar we elkaar toch weten te begrijpen.

Smobie, hen/die/(zh)hij en de havermelkelite: nieuwe woorden als spiegel van de samenleving

Het onderwerp van de tweede podcast aflevering spreekt mij minder aan. Hoewel de vorming van nieuwe woorden boeiend kan zijn, vind ik het ook een beetje overbodig om bij stil te staan. Uiteindelijk is het de creativiteit die de overhand neemt. Als ‘normale’ burger staan wij helemaal niet stil bij nieuwe woorden zoals knuffelcontact. Het was dan ook geen verrassing dat de tweede aflevering mij minder wist te boeien. Ik denk dat iedereen wel weet dat taal evolueert en dat er jaarlijks nieuwe woorden bij komen. De technische uitleg achter de vorming van die woorden is voor mij dan ook geen meerwaarde.


Uuzeke, de Gruffalo en het ‘vijf voor twaalf’-effect: de staat van het dialect

In de derde aflevering legt men de focus op het dialect. Zowel Vlaamse als Nederlandse dialecten worden aangehaald. Hoewel het interessant is om meer te weten te komen over dialecten, vind ik dat ze deze aflevering fout hebben aangepakt. Vooral de subjectieve vinger waarmee men wijst, kan mij niet bekoren.

Het is de fout van de burger dat het dialect niet overgeleverd wordt, aldus de presentatoren.

De voornaamste reden die aangehaald wordt, is het feit dat mensen verstaanbaar willen zijn voor mensen uit andere regio’s. Zodus een Antwerpenaar wil graag dat iemand uit West-Vlaanderen hem begrijpt wanneer de persoon in kwestie een daguitstap maakt naar de zee. Hetgeen mij bij blijft is dat er steeds meer dialectwoordenboeken zijn en de manier hoe men daarmee omgaat. Blijkbaar is het bijna een rage om dialectwoorden op te zoeken en ze te hanteren alsof je nooit anders gedaan hebt. Zelf ben ik niet opgegroeid met een dialect. In mijn omgeving hoor ik weleens dialectwoorden, maar ik heb de indruk dat het niet zo uitgesproken is als in andere regio’s in Vlaanderen. Hoogstwaarschijnlijk zijn de dialecten uit mijn omgeving afgestemd op die van Breda en Tilburg, maar vooral ook wat in de podcast aangehaald wordt: verstaanbaar te willen zijn voor de ander. Wat mij overigens wel interessant lijkt voor de lessen Nederlands, is een les omtrent dialect. Waarbij leerlingen hun eigen dialect met anderen kunnen delen, maar eveneens bijleren over dialecten die wat verder weg gelegen zijn.


Grammatica is leuker als je denkt

De eerste gast in de vierde aflevering ervaar ik als storend. Hoewel de man komt praten over grammatica en het vormen van correcte zinnen, kan hij soms tien seconde ‘euh’ zeggen alvorens hij verder gaat met zijn uitleg. Het luisteren van deze podcastaflevering is hierdoor een ware uitdaging. Het heeft mij best wat moeite gekost om de aflevering af te luisteren. Je zou denken dat ik iets bij heb geleerd over grammatica, maar in realiteit heb ik geleerd hoe vervelend het woord ‘euh’ is. De inhoud van de aflevering ging aan mij voorbij door de vreselijke gastspreker. Hier en daar mist ook extra uitleg om te begrijpen wat de gastspreker bedoelt.


Veerkracht, hoop en vertrouwen: de taal van de derde week van september

De voorlaatste aflevering gaat over de eerder officiële taal. Bijvoorbeeld een toespraak van de koning. Ik vond deze aflevering wat losstaan van de andere onderwerpen. Het wordt op een andere, eerder langdradige, manier aangepakt. Er werd aangehaald dat de taal van het koningshuis zich stilaan aanpast en ‘moderner’ wordt. Al vind ik zelf dat -zowel in Nederland als in België- de koning zeer ver van de bevolking afstaat als het over taal gaat. Naar mijn gevoel past deze aflevering minder binnen het rijtje omdat het zich specifiek toelicht op iets wat voor het bredere publiek niet relevant is.


Over vaktaal en terminologie – maar géén jargon!

De laatste podcastaflevering die beschikbaar is (eind oktober 2021), gaat voornamelijk over terminologie. Zeker een interessante aflevering omdat men de moeilijkheid probeert uit te leggen. Uiteindelijk sta je er als reguliere burger niet bij stil, maar terminologie is best pittig. Langs de andere kant zijn mijn verwachtingen voor deze aflevering niet ingelost. Het blijft allemaal wat hangen bij: ach, terminologie is moeilijk. De variatie in gespreksonderwerpen is afwezig.


Mijn conclusie?

Uiteindelijk is het wel een interessante podcast waar aan het denken wordt gezet over jouw eigen taal en de manier hoe jij taal gebruikt. Langs de andere kant neemt de kwaliteit van de afleveringen af naarmate je vordert. De laatste drie afleveringen vind ik eerder ondermaats tegenover de eerste twee. Het is een langdradige podcast waarbij de afleveringen te lang zijn. Hoewel de kern interessant is, zeker voor taalliefhebbers, slaan ze de bal vaak mis. Er wordt te veel rond te pot gedraaid om daadwerkelijk iets bij te brengen over onze taal. Voor een leek is het niet zo toegankelijk. Langs de andere kant brengt de podcast opheldering omtrent de culturele verschillen tussen Nederland en België. Taalkundig gezien kan je namelijk concluderen dat we beide een andere taalcultuur hebben.

 

Maandelijks komt er een nieuwe aflevering online. Op moment van schrijven zijn er 6 afleveringen te beluisteren. Namelijk: 1. Over gij, relaxen en de vrijdagmiddagborrel: het Nederlands in België en Nederland 2. Smobie, hen/die/(zh)hij en de havermelkelite: nieuwe woorden als spiegel van de samenleving 3. Uuzeke, de Gruffalo en het ‘vijf voor twaalf’-effect: de staat van het dialect 4. Grammatica is leuker als je denkt 5. Veerkracht, hoop en vertrouwen: de taal van de derde week van september 6. Over vaktaal en terminologie – maar géén jargon!
Over taal gesproken is dé podcast over het Nederlands. In elke aflevering spreken we een deskundige over de Nederlandse taal. Bijvoorbeeld over dialecten, over het belang van vaktaal of over het ontstaan van nieuwe woorden. Ook onderwerpen als vergeten woorden, duidelijke taal en het Nederlands in België komen aan bod. Over taal gesproken is een samenwerking van het Instituut voor de Nederlandse Taal (https://www.ivdnt.org) en het Genootschap Onze Taal (https://onzetaal.nl). Presentatie: Laura van Eerten en Raymond Noë. Concept & productie: Laura van Eerten. Muziek: Michel van der Zanden. Logo: Matthijs Sluiter (Studio Het Mes). [Bron: Spotify]

Comments


bottom of page