top of page

eeuwig onderscheid


Een tijdje geleden kwam ik een artikel tegen dat -naar mijn gevoel- opnieuw een drastisch onderscheid maakt tussen de verschillende stromingen binnen het secundair onderwijs. Het toont alweer dat er altijd een onderscheid gemaakt zal worden tussen het onderwijsniveau van leerlingen.

In de doorstroom- en dubbele finaliteit is alles de schuld van corona. De leerachterstand wordt steeds onderbouwd met dat argument. Als we kijken naar de arbeidsfinaliteit dan lijkt corona geen dingetje te zijn. In het artikel wordt het vermeld als: ach, het onderzoek werd gedaan tijdens de coronaperiode. Om een ondertoon te bevatten waarin duidelijk iets af te leiden is: dat heeft er uiteraard niets mee te maken. Kortom: corona is hier niet de boosdoener want leerlingen uit de arbeidsfinaliteit doen het sowieso al niet goed. Dit is het gevoel dat het artikel mij bezorgde. Voornamelijk door de laatste zin:

Er zijn meer leerlingen met leerstoornissen en gedragsproblemen en ook meer leerlingen met een andere thuistaal. - bron: twee op de drie bso-leerlingen verlaten onderwijs functioneel ongeletterd

Of dit al dan niet waar is, laat ik in het midden. Ik kon in ieder geval geen cijfers online vinden die dit onderbouwen en/of bevestigen. Als dit inderdaad waar is, moeten we dan niet kijken naar de oorzaak in plaats van het probleem enkel te benoemen? Waarom komen zoveel leerlingen met leerstoornissen in BSO terecht? Ik denk dan vooral aan ondersteuning en het gebrek daaraan. Leerlingen worden soms gedwongen om af te zakken doordat ze simpelweg geen ondersteuning krijgen. Het woord ‘gedragsproblemen’ vind ik zelf een lelijk woord. Meestal bedoelt men hiermee dat leerlingen opstandiger zijn, eerder rebels en eventueel agressief overkomen. Dan stel ik mij diezelfde vraag: wordt er wel naar de oorzaak gekeken of enkel naar het probleem? Idem dito met de thuistaal. Er zijn veel scholen die geen eigen OKAN-afdeling hebben of een extra team aan taalkundige ondersteuners. In mijn eerste middelbare school, waar ik zes jaar naartoe ging, werd er over extra ondersteuning geen woord gesproken. Terwijl op de school waar ik mijn zevende middelbaar volgde, aan het begin van het schooljaar testen werden afgelegd om het taalniveau in kaart te brengen. Als je onder een bepaald cijfer zat, dan werd er van jou verwacht dat je elke woensdagnamiddag een extra les Nederlands volgde.


Het artikel voelt voor mij in ieder geval als een bevestiging: er zal altijd een eeuwig onderscheid blijven. Zolang de hogere functies binnen het onderwijs en de overheid zich blijven focussen op het probleem en niet op de oorzaak, zal dit ook niet opgelost geraken. Ik heb voldoende leerkrachten in het BSO gezien die zich hier sterk aan stoorden en zich vaak machteloos voelden. Er zijn zoveel dingen die we kunnen doen om leerlingen te ondersteunen. Alleen lijkt men dit systematisch te willen negeren. Leerlingen voelen aan wanneer ze niet geholpen worden, waardoor ze hun motivatie verliezen. Een goede ondersteuning zorgt mogelijks voor de nodige motivatie zodat de leerling zelf aan de slag gaat en alsnog zichzelf kan ‘bewijzen’. Al vind ik dat we van het idee ‘bewijzen’ af moeten stappen. Elke leerling in de arbeidsfinaliteit krijgt er overigens ooit mee te maken. Jezelf moeten bewijzen om willen van het niveau dat je volgde op school.

 
Bron: Twee op de drie bso-leerlingen verlaten onderwijs functioneel ongeletterd. (2022, 1 april). hln.be. https://www.hln.be/onderwijs/twee-op-de-drie-bso-leerlingen-verlaten-onderwijs-functioneel-ongeletterd~ad205817/
Titel artikel: Twee op de drie bso-leerlingen verlaten onderwijs functioneel ongeletterd

Comentarios


bottom of page